23-01-2020

Strijd tegen het DICTAAT van het kapitalisme: “AANVAARD de verhoging van uitbuitingsgraad, om de competitiviteit van uw “eigen” kapitalisten te verbeteren!” Verwerp het reformisme dat de werkers BINDT aan dit dictaat!

    Door Nico Oldenhof
De Eerste Wereldoorlog leidde tot de oprichting van de USSR èn een herverdeling van de wereld onder imperialisten. De "beurs-crash", 10 jaar later, was een overproductie-/overcapaciteits-crisisDit betekent verscherping van de concurrentie om elkaars marktaandelen te veroveren. In iedere regio in de wereld, in ieder land wordt de uitbuitingsverhouding opgedreven om de exportmogelijkheden van de "eigen kapitalisten" te verbeteren. In België worden de lonen verlaagd.

Het antwoord van de werkers: de staking van 1932
Het werkvolk stak de reformistische vakbondsleiders en hun vertegenwoordigers in de sociaal-democratie en de christen-democratie voorbij, trotseerden het staatsgeweld … voor een RECUPERATIE van verschillende opeenvolgende loonverminderingen. Zo werden de lonen van de mijwerkers een eerste keer in juli 1930 met 5 % verminderd, later in oktober nogmaals met 4 %. Drie verminderingen volgden in 1931, telkens met 5 %, in maart 1932 weer 5 %, in juni dan nog eens 5%.
Door objectieve samenwerking tussen staat en bepaalde vakbondsleiders en kaders van de BWP brokkelde de opstand af, zonder duidelijke resultaten.

Overal is er dan opgang van fascisten en zelfs machtsovernames: In Italië, Duitsland en Spanje. In 1934 ook een poging in Frankrijk. In België: de staking van 1936
De onvrede over de opeenvolgende loonsverminderingen, die aanleiding gaf tot de staking van 1932 bestond nog! De sociale onvrede en het oprukkend fascisme was algemeen. Hoewel de moord op Pot en Grijp de aanzet was van de staking van 1936, doorbraken de werkers met de staking ook het systeem van sociaal overleg en sociale vrede, sinds de Eerste Wereldoorlog gericht op beheersing en onderdrukking van openlijke klassenstrijd. Een strijd voor recuperatie van voorgaande loonsverminderingen was ook één van de directe aanleidingen van de staking van 1936.

Onderhandelingen door de sociaal-democratische en kristendemocratische vakbondsleiding om de werkende klasse hun staking doen beëindigen.
Van een recuperatie van de loonsverminderingen door een serieuze algemene loonsverhoging was geen sprake! Wèl het betaald verlof van 6 dagen/jaar en een vage toezegging voor de invoering van de 40-urenweek. Het patronaat WEIGERDE een algemene verlaging van pensioenleeftijd en de algemene invoering van de 40-urenweek. (De werkende klasse eistte de 40-urenweek als “5x8 uur en een VRIJ WEEKEND”!)
DAAROM was het de invoering van betaald verlof van 6 dagen.(= 1 WEEK betaald verlof in een regime van een WERKWEEK van 6 dagen)
De veertigurenwerkweek, de vierde vakantieweek, extra feestdagen, het gewaarborgd minimum maandloon en een bevestiging van vroegere akkoorden, kwamen er pas in 1973.
Maar NA het uitbreken van de overcapaciteitscrisis van 1974 werd de 40-urenweek en het vrije weekend al weer doorbroken door de “experimenten Hansenne” en het (dus door de vakbonden getekende ….!) CAO 42!
Maar de verzuchtingen voor een vorm van “eenheidsfront tegen het fascisme” werden niet beantwoord. De Soviet-unie had al verschillende voorstellen gedaan aan landen, voor een eenheidsfront tegen nazi-Duitsland. Verschillende pogingen tot Volksfront-regeringen, die dan wèl in zo’n eenheidsfront zouden kunnen stappen, mislukten, ook in België.
De regeringsdeelname van de BWP en de vakbonden die bang waren dat de communisten hun leden zouden opeten, sloten een exclusief eenheidsfront met de communisten uit.
Integendeel… ontwikkelde men meer corporatisme: de fascistische vorm van “vakbondswerking. Inzet was het feit dat CAO's zomaar door stakers waren genegeerd en verbroken. Het maximalistisch doel was het stakingsrecht te beperken door de vakbonden rechtspersoonlijkheid te geven en behalve civiel- ook strafrechtelijke sancties op te leggen bij overtredingen van CAO's.

De angst voor het communisme ligt aan de basis van de Sociale Zekerheid
Er was vooral de wil om de vooroorlogse orde te herstellen. Er bestond maar één grote bedreiging voor die orde: het communisme, dat tijdens de antifascistische weerstand een enorm prestige had verworven onder de werkers. Het patronaat zou toegevingen doen op de sociale zekerheid en in ruil daarvoor zou de sociaal-democratie de massa’s terug binden aan het kapitalisme. Maar veel sociaal-democratische leiders hadden zich tijdens de eerste maanden van de oorlog zeer ver geëngageerd aan de kant van Henri De Man in zijn collaboratie met de bezetter.
Het Sociaal Pact legde ook de basis voor de toekomstige klassensamenwerking, de sociale vrede en het produktiviteitsakkoord. Nadat de dictatuur van het kapitaal was veilig gesteld, diende dit hele overlegapparaat als permanente ideologische en politieke dwangbuis om de vakbonden te kluisteren aan de wetten van de markt en het privébezit van de produktiemiddelen.

In 1974 is er opnieuw een overcapaciteits-crisis en dus een verhevigde concurrentiestrijd voor elkaars marktaandelen. Hiervoor wordt overal de uitbuitingsverhouding verhoogd.
Er zijn de index-inleveringen, vervolgens de amputering van de index zèlf, vanaf 1980 de eerste vermindering van patronale lasten, van dan af IEDER jaar …. en steeds grotere verminderingen.
De patronale bijdragen worden verder afgebroken en de staatstussenkomst wordt op een minimum geblokkeerd. Dus “moet er bespaard worden in de Sociale zekerheid zèlf” in de eerste plaats in de pensioenen.
In 1982 voerde de regering reeds een plafond in voor de bereking van de pensioenen, waardoor op den duur iedereen maar “recht had op een te laag basispensioen.
Vandaar de spectaculaire ontwikkeling van een tweede pijler: bedrijven en sectoren organiseren groepsverzekeringen en pensioenfondsen die instaan voor een aanvullend pensioen naast het wettelijk. De derde pijler is dan het individueel pensioensparen, een bijkomend wingewest voor de banken en verzekeringsinstellingen.
De ontmanteling van de Sociale Zekerheid en dus de groeiende economische en sociale onzekerheid van de werkers maakt velen vatbaar voor de radikale demagogische "oplossingen" van de fascisten. Tegelijk echter ontwikkelen zich de kiemen van staatsfascisme dat zich voorbereid om de sociale explosies die onvermijdelijk zullen volgen met harde hand te beteugelen. De enige dam die de kapitalistische staat nog tegen de armoede wil oprichten is een sterk repressie-apparaat.

De Communistische Partij van België roept op voor de strijd voor
de recuperatie van de inleveringen en besparingen sinds het begin van de crisis in 1974
het herstel van de Sociale Zekerheid en zijn financiering in zijn OORSPRONKELIJKE vorm met recuperatie van alle verminderingen van “patronale bijdragen” en achterstallige Staats-bijdragen
het herstel van een volwaardige index met een volwaardige index-koppeling van lonen èn uitkeringen (dus NIET ALLEEN van pensioen ...)

De werkers in 1932 en 1936 stemden hun strijdobjectieven ook niet af op dat wat het patronaat, de reformistische vakbondsleiders en de staat als MOGELIJK zagen, maar op wat de werkers als NODIG achtten.
Deze strijdobjectieven beantwoorden aan de ECHTE behoeftes en verzuchtingen van de werkers (ook van die werkers die geen werk hebben of niet KUNNEN werken).
De strijd voor de echte belangen van de werkers zal botsen met de hieraan TEGENGESTELDE “belangen van het kapitaal” en botsen met het klassenkarakter van de staat, die uiteindelijk de rol heeft van het verdedigen van de belangen van het kapitaal. De werkers zullen zo ervaren dat uiteindelijk de strijd zal moeten gericht worden TEGEN het kapitalisme en de elementen van de “diktatuur van de burgerij”, de staat, de EU, de NATO, het IMF,….. Daarom zal voor het invoeren van het socialisme/communisme, het installeren van de “dictatuur van het proletariaat” noodzakelijk zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten